Klimmers merken vaak op dat zij minder goed slapen en zich niet uitgerust voelen wanneer zij in de bergen verblijven. Wat vaak ervaren wordt is het meerdere keren wakker worden. Dit resulteert in gebroken nachten. Gelukkig is er daarbij niets ernstigs aan de hand. De oorzaak ligt wederom bij die verminderde zuurstofspanning. Het zorgt voor het verschijnsel ‘periodieke ademhaling’. Dit houdt in dat een persoon niet zoals gebruikelijk ademhaalt, maar in dit geval even stopt met ademhalen en deze pauze daarna compenseert door sneller te gaan ademen.
Het lichaam reguleert de ademhaling aan de hand van de concentratie van twee gassen in het bloed: zuurstof (O2) en de afvalstof, genaamd koolstofdioxide (CO2). De concentratie van deze gassen wordt continu en precies gemeten om te voldoen aan de normaalwaarde. Indien nodig wordt de ademhaling aangepast om de gewenste concentratie weer te kunnen waarborgen. Op hoogte zal het lichaam sneller gaan ademen om het lichaam te kunnen voorzien van de nodige zuurstof. Dat sneller ademen is fijn, want er is nou eenmaal veel zuurstof nodig om energie vrij te kunnen maken om die berg op te komen. Alleen zorgt dit er ook voor dat wij meer koolstofdioxide kwijtraken in de uitademing; de concentratie koolstofdioxide daalt dus in ons bloed. Overdag levert dit geen problemen op doordat men bewust kan ademhalen en hier niet opeens mee zal stoppen. Gedurende de nacht wordt dit wat vervelender, aangezien er geen sprake is van bewust ademen. De ademhaling zal dus puur op basis van de concentratie van deze twee gassen werken.
Ook tijdens de slaap wordt sneller geademd om bij de lagere zuurstofspanning toch nog genoeg zuurstof in het bloed op te nemen. Tegelijkertijd vermindert de koolstofdioxideconcentratie in ons bloed tot onder het gewilde niveau. Het lichaam wil daarom dus de koolstofdioxideconcentratie weer doen stijgen en doet dat door even te stoppen met ademen (dit wordt slaapapneu genoemd). Nu zal echter de zuurstofconcentratie onder de maat zijn, want de persoon is immers gestopt met ademen. Om dit weer aan te vullen moet er sneller geademd worden. Op dit moment wordt men soms onrustig wakker. Na het weer in slaap vallen, begint het riedeltje weer van het begin af aan.
Het onrustig slapen is dus een normaal verschijnsel. Buiten gebroken nachten en een niet uitgerust gevoel zal het geen kwaad doen. Het medicijn Acetazolamide kan slaapapneu verminderen, waardoor men beter kan slapen. Er wordt aangeraden om 250 mg per dag te gebruiken.
