Klimtalent Wout Poels: Met hoogtetraining voel je je 2 procent beter

Opgelucht bereikte Wout Poels zondag in gezelschap van Tourwinnaar en ploeggenoot Chris Froome de finish in Parijs. Poels heeft tijdens deze Tour de France een belangrijke bijdrage geleverd aan het succes van de kopman van Team Sky en was in de Bergen na zijn kopman misschien wel de sterkste in het team. Tijd voor een uitlichting van de carrière van dit klimtalent en de vraag hoe belangrijk hoogtetraining was in zijn ontwikkeling. 

Poels: ‘Met knechten zit ik niet. Soms heb ik het gevoel dat ik ook zou kunnen winnen, maar in een team als Sky is de discipline genadeloos. Ik was aangeduid als meesterknecht van Froome, en daar houd ik me dan aan. Ook met superbenen. Soms kan dat weleens moeilijk zijn, maar ik voeg me naar het team. Misschien ben ik later ook nog kopman.’

Team-Sky-2015

We spreken elkaar nog voor de Tour de France net na de koninginnerit van de Dauphiné ­Libéré in een hotel in Megève met uitzicht op de Mont Blanc. Poels ziet er alweer fris als een hoentje uit. Geen spoor van uitputting, geen pijntje in de benen. Het lijkt wel of de slungel uit Venray van tropisch hardhout is.

‘Met het hoofd is meer aan de hand dan met de benen. Ik weet nog steeds niet of ik mee mag naar de Tour. Dat knaagt. Het zou een enorme teleurstelling zijn als ik niet werd geselecteerd. Ik heb een voortreffelijke Dauphiné gereden, maar Sky heeft meerdere goede renners in de aanbieding om Froome bij te staan in zijn gooi naar een tweede Tourzege. Sky is een topteam en dan is het altijd afwachten of de keuze voor de Tour op jou valt.

Wout Poels (Venray, 1 oktober 1987) brak als klimtalent door in 2010 en 2011 met opvallende prestaties in de Ronde van Zwitserland en die van Spanje. Over het revalidatieproces na zijn val in 2012 bestaat een documentaire: Retour.

‘Mijn verstandhouding met Chris is uitstekend. Ik ben zijn slapie. Maar dat is geen professioneel criterium. De ploegleiding neemt alles in overweging: de conditie van de renners, de karakters, het parcours, offerbereidheid. Daarom heb ik in deze etappekoers nog geen enkele dag voor mezelf gereden, terwijl ik wel voelde dat er soms meer in zat. Maar voor een nummertje persoonlijke glorie wil ik mijn deelname aan de Tour niet riskeren.’

Hoe wordt een jongen uit Blitterswijck het grootste klimtalent van Nederland?

Ploegleider Servais Knaven heeft er een goede kijk op, zegt hij. ‘Als klimmer kan Wout Poels met de besten mee. Hij heeft zijn topconditie bereikt. Hij heeft honger naar la grande boucle en de kopman heeft vertrouwen in zijn helper. Maar uiteindelijk is het de directie van de ploeg die de renners uitkiest. Dat gaat mijn macht te boven. Ik ben maar een van de ploegleiders.’

Wout en Servais: ze schelen weinig in bescheidenheid. Praten liever over anderen dan over zichzelf. Maar het respect voor hun ambitie en vakkennis is groot.

Om het met de woorden van een soigneur te zeggen: ‘Servais en Wout ontstressen de ploeg door hun karakter. Vooral Wout kan weleens voor de dag komen als een vrolijke snoeshaan. Maar ambitieus dat ze zijn, die twee.’

Hoe wordt een jongen uit Blitterswijck het grootste klimtalent van Nederland na de generatie Rooks-Theunisse en Erik Breukink? L’Alpe d’Huez en de Mont Blanc liggen toch niet in de buurt. Nu moet Poels lachen: ‘Het hoogteverschil in Blitterswijck? Steenbergen en molshopen zeker. Ik ben als jong renner veel in België gaan koersen. In de Ardennen vooral. Wonderschoon decor. Algauw voelde ik dat ik klimmersbenen had. Het is een talent dat er is of niet is. Natuurlijk moet je het bijtrainen, maar het moet in je zitten. Ik denk dat het iets genetisch is.

‘De adrenaline die je voelt als je soleert op een klim, is onbeschrijfelijk. Ik zeg het niet van mezelf, maar iemand zei dat klimmen hogeschoolkoersen is. Belangrijker is dat ik altijd geluk heb gehad met de ploegen waarvoor ik reed.

‘Vacansoleil liet me mijn gang gaan. Ik was een vrije jongen. Er werd altijd een programma uitgestippeld dat rekening hield met mijn talent. Bij Omega Pharma-Quick-Step was dat anders. Die ploeg is geënt op de klassiekers. Daarom heb ik na een  jaar voor Sky gekozen.’

Wout-Poels-alpe-dhuez‘Hoogtetraining helpt echt. Nadien voel je je 2 procent beter’

Team Sky staat voor hightech en innovatie. En voor luxe. De ploegleiders rijden Jaguar in de koers. Alles wordt tot in de puntjes getest: materiaal, zadelzit, hart en bloed, wattage… Dat was nieuw voor Wout Poels.

‘Sky ziet er niet alleen van buiten strak uit, ze zijn het ook van binnen. Er zijn natuurlijk weinig ploegen met zo veel financiële mogelijkheden. Op het gebied van hoogtetraining halen ze alles uit jezelf. Ik ga nu na de Dauphiné nog een week op hoogtestage in Châtel. Ik krijg een kok en een trainer mee. Lekker eten alvast verzekerd. Ja, ik doe alles voor de fiets.

‘Mijn eerste hoogtestage was in de ijle lucht van Zuid-Afrika. De eerste dagen thuis kwam ik niet vooruit. Na een week was het of mijn benen zongen, zoiets. Niet eerder had ik me zo goed gevoeld. Dat bewees ik ook in Tirreno-Adriatico. Ik herinner me nog dat er bij de amateurs werd gelachen om hoogtestages. Zo van: druktemakers. Dat was de oude tijd.

‘Hoogtetraining helpt echt wel om de topconditie te bereiken. Nadien voel je je 2 procent beter. Daarom huurde ik ook voor de Dauphiné nog een periode een hoogtetent. Het extreme perfectionisme van Sky heeft me vooruitgeholpen. Ik reed vroeger op een hartslagmeter, en dat was het. Parameters van wattage, hartslag, omwentelingsritme waren niet aan me besteed. Maar aan de top kun je niet zonder, weet ik nu. Ik ben als renner gegroeid door de specifieke, doorgedreven begeleiding van het team. Al moet je natuurlijk ook de wil hebben om door te trappen.’

Exploderen

Op zijn dertiende begon hij met fietsen. Omdat zijn vader met vrienden een fietsclubje had opgericht. Wout Poels werd door kenners meteen aangemerkt als klimtalent. Op een ogenblik dat Nederland geen berggeiten meer kende. Robert Gesink loste door omstandigheden zijn belofte niet in. Bauke Mollema moest nog exploderen. De jonge Poels voelde zelf ook algauw dat hij een paar colletjes in de benen had. Hij droomde zich een leven zonder school en zonder te moeten werken in een of andere fabriek.

‘Toen ik mijn eerste profcontract bij Vacansoleil tekende, dacht ik: ha, weg met die school, ‘s morgens lekker om 8 uur de fiets op. Dat kon met een mooi inkomen. Mijn vader dacht daar anders over. Hij zei me, kort van stof: “Als jij de school verlaat, ga je maar op jezelf wonen.” Nou, ik had gauw berekend dat er dan niets meer overbleef. Uiteindelijk heb ik mijn school toch nog afgemaakt.’

2012 was een rotjaar voor Wout Poels. Op training in Benidorm belde zijn vader: ‘Ik heb longkanker.’ Goed een jaar later is hij overleden: euthanasie.

‘Ik won een rit in de Ronde van Luxemburg kort na zijn dood. Wat er toen door me heenging, kan ik niet navertellen. Een mix van trots en ontroering, van vreugde en spijt. Mijn vader heeft me altijd gestimuleerd als renner. Hij ging ook vaak mee naar de koers. Mijn moeder iets minder, want zij heeft MS. Hij was echt mijn steun en toeverlaat. Alles deed hij met onvoorwaardelijke liefde, ook zijn werk als vertegenwoordiger van olieproducten.’

De eerste successen van Wout Poels spraken tot de verbeelding. In 2009 won hij de Marco Pantani-trofee in de Ronde van Murcia. Indrukwekkender was zijn prestatie in de Vuelta 2011 toen hij tweede werd op de monsterlijke Angliru achter de eindwinnaar Juan José Cobo. Grote namen als Carlos Sastre en Bradley Wiggins sneuvelden in zijn wiel.

Later won hij ook nog de koninginnerit in de Ronde van het Baskenland. Zware koersen die alleen zijn weggelegd voor rasklimmers.

In de Tour 2012 sloeg het noodlot toe. ‘We waren in de zesde etappe op weg naar Metz. Het was hondenweer. Ik zag de renners voor mij een voor een wegschuiven. Een val was onvermijdelijk. Ik voelde me na de val ontzettend beroerd, maar heb toch nog een kilometer verder gereden, tot de ploegleider me van de fiets haalde. Ik wou niet opgeven, had met zoveel verwachtingen naar de Tour toegeleefd.

‘De diagnose was een mokerslag: gescheurde nier en milt, gekneusde longen, drie gebroken ribben. Daar lig je dan als 23-jarige jongen in een ziekenhuis met een drain in je broek. Maanden revalidatie volgden. Het ergste was het moment dat ik de dokter hoorde zeggen: we weten niet of hij ooit nog zal kunnen fietsen. Van een nier is een stukje weg, maar dat hindert me niet.

‘Eigenlijk heb ik geen last meer van die val. Nee, ik ben ook niet banger geworden. Ik daal als vroeger, niet als een wilde, maar ze rijden me ook niet los in een afdaling. Mijn moeder is sinds die val nog iets bezorgder, maar dat praat ik haar wel uit het hoofd.’

Anorexiapatiënten zijn we niet

De meeste klimmers in de Tour zien er uit als spijkerdwergen. Klein en mager, aan de rand van anorexia zelfs. Poels weerlegt de verdenking. ‘Klimmers zijn wel mager, schriel zelfs, maar ik ken geen renners die zich bewust uithongeren. Dat zou ook niet helpen. In een bergetappe verbruik je wel een vracht calorieën, hoor. ‘Wat ik vanmorgen voor de laatste etappe met nog een ferme klim heb gegeten? Als ontbijt dan? Een kom havermout met fruit; een omelet met drie eieren; twee pannenkoeken; yoghurt met avocado; in de bus nog een banaan; rijsttaartje. Ja, we hakken redelijk wat weg. Na de koers wordt er natuurlijk ook flink geschranst: vis, steak, rijst, pasta… Dus nee, anorexiapatiënten zijn we niet.’

‘Als renner kun je niet veel uitgaan. Een terrasje met de vrienden en dan nog moet je de borrelhapjes aan je voorbij laten gaan. Leven als een monnik? Zo voelt dat niet: de fiets geeft veel terug.’

Bron: Elsevier & Altitude Dream

Over Altitude Dream

Altitude Dream is marktleider in de Benelux op het gebied van hoogtetraining. Al meer dan 10 jaar helpen we sporters bij het realiseren van hun dromen en brengen we mensen zonder hoogteziekte op de berg van hun dromen. Altitude Dream is geen bedrijf. Altitude Dream is een droom.
 Een droom die leidt tot het maximaal benutten van onze mogelijkheden.